Bodeminnovatie

De bodem is onze schatkist

Een gezonde bodem is onmisbaar voor de ontwikkeling van sterke, gezonde planten. Het maakt planten minder vatbaar voor ziekten, plagen en stress en zorgt ervoor dat het gewas, maximaal kan presteren. Voor een gezonde bodem zijn twee factoren cruciaal: mycorrhizaschimmels (nuttige bodemschimmels) en nuttige bodembacteriën.


Producten

Mycorrhizaschimmels (nuttige bodemschimmels)

In de natuur leeft 95% van de planten samen met mycorrhizaschimmels. Dit zijn nuttige bodemschimmels die hun wortelbereik vergroten. De opnamecapaciteit van de wortels kan door deze mycorrhizaschimmels met wel 700% toenemen, waardoor planten gemakkelijker en efficiënter water en voedingsstoffen opnemen. Bovendien bezetten de gunstige micro-organismen ruimte rond de wortels, waardoor ziekteverwekkers minder kans krijgen.

Zonder deze mycorrhizaschimmels en bodembacteriën rond hun wortels zijn planten kwetsbaar. Dat uit zich in een zwakkere ontwikkeling van het gewas met weinig weerstand tegen ziekten en plagen.

Mycorrhizaschimmels leven in symbiose met planten. De plant voedt de nuttige schimmels met suikers. Hun meterslange, microscopischdunne schimmeldraden bereiken plaatsen waar plantenwortels normaal niet kunnen komen. Dankzij dit verlengde wortelstelsel komen planten gemakkelijker aan water en voedingsstoffen en zijn zij beter bestand tegen droogte, schommelingen van temperatuur, zuurgraad (pH) en bodemverdichting.

Nuttige bodembacteriën

Gezonde grond bevat miljarden bacteriën van duizenden soorten. Bodembacteriën leven van organisch materiaal. Ze komen voornamelijk voor in de humusrijke toplaag van circa 25 centimeter. Hier bevindt zich veel verteerbaar organisch materiaal, zoals afgestoten wortelcellen en afgescheiden suikers.

Rhizobacteriën (wortelbacteriën) koloniseren de directe wortelomgeving (rhizosfeer) en beschermen de wortels. Daarmee bevorderen deze bacteriën een gezonde plantengroei. Groeibevorderende bacteriën produceren natuurlijke groeiregulatoren die de conditie en groei van wortels stimuleren, zoals auxine, gibberelline en cytokinine. Fosfaatvrijmakende bacteriën vergroten de beschikbaarheid van fosfaat voor de plant.